info uit metrotime.be
De sociale partners, verenigd in de Groep van Tien, starten volgende week met het loonoverleg. Dat moet een interprofessioneel akkoord opleveren, dat de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werknemers in de privésector vastlegt voor de periode 2019-2020. Dat loonoverleg start rijkelijk laat. Normaal beginnen vakbonden en werkgevers in december met hun tweejaarlijkse onderhandelingsronde. Nu is dat pas half januari. Reden: de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) liep vertraging op met het loonrapport. Dat rapport – de officiële start van het loonoverleg – wordt volgende maandag of dinsdag verwacht.
In het loonrapport stelt het secretariaat van het CRB vast wat de maximaal beschikbare marge is waarmee de lonen de komende twee jaar mogen stijgen. Daarbij wordt rekening gehouden met de evolutie van de lonen in de buurlanden. Na overleg binnen de Groep van Tien resulteert dat normaal in een nieuwe loonnorm. De vorige keer (2017-2018) was dat 1,1 procent (bovenop de index).
De nieuwe loonwet uit 2017 maakt het overleg extra complex. Er zijn meerdere correcties en veiligheidsmarges ingebouwd om te verhinderen dat bijvoorbeeld een hoger dan voorspelde inflatie het loonverschil met de buurlanden doet oplopen.
De vakbonden zijn van mening dat het loonoverleg hierdoor in een ‘keurslijf’ wordt gedwongen en dat vrij overleg hierdoor onmogelijk wordt. ABVV-voorzitter Robert Vertenueil luidde al de alarmklok hierover. Er dreigt op die manier geen ruimte te zijn voor meer loon. VBO-gedelegeerd bestuurder Pieter Timmermans temperde daarop die vrees en verzekerde dat er wel degelijk marge zal zijn, maar ook niet in die mate dat de concurrentiekracht van de bedrijven zou worden ondermijnd. ACV-voorzitter Marc Leemans plakte al een concreet cijfer op de verwachte loonstijging: 1,5 procent.
bron: Belga